06-31069157 info@tanjao.nl
De Symboliek van de outcast: Over verlangens en afwijzing

De Symboliek van de outcast: Over verlangens en afwijzing

De Symboliek van de outcast:

Over verlangens en afwijzing

 

Pluk van de Petteflat

Het meest ontroerende personage wat ik ooit ‘ontmoette’ in de vele boeken die ik gedurende mijn halve eeuw op aarde las, is een karakter uit een kinderboek. Misschien wel een van de meest tot de verbeelding sprekende kinderboeken van Nederland die ooit geschreven is. Zo bijzonder en herkenbaar voor velen dat hij zelfs verfilmd is: Pluk van de Petteflet. Het verhaal van een klein jongetje met een geweldige kraanauto die bovenin een flatgebouw woont en met zijn vele vrienden spannende avonturen beleefd.

Annie M.G. Schmidt

Maar deze blog gaat niet over Pluk. Het gaat over mijn lievelingsfiguur die na een flinke poos in het boek geïntroduceerd wordt door Annie M.G. Schmidt. Sinds ik meer weet over mijn eigen Autisme en ADHD, begin ik me af te vragen of deze schrijfster niet ook een vorm van Neurodivergentie had. Het zou heel veel verklaren in haar manier van schrijven en de wijze waarop ze haar personages en hun interactie vorm geeft. Alsmede de onderliggende angsten en verlangens, die tussen de regels door te lezen zijn. Altijd. In welk boek dan ook.

De Heen en Weerwolf

En dat ene karakter waar ik niet met droge ogen naar kan kijken of over kan lezen. Ik ben oprecht benieuwd vanuit welke onbewuste wensen, verlangens en angsten hij is ontsproten aan de fantasie van Annie M.G. Schmidt: De Heen en Weerwolf.

In het avontuur dat hij beleeft met zijn vrienden in het boek, heeft Pluk op een gegeven moment wijze raad nodig. De enige die hem dit kan geven is de Kluizelaar, maar die woont ver weg. Er is maar een manier om bij hem te komen en dat is over het water. Als Pluk echter bij het water aankomt, komt hij voor een groot probleem te staan. Er is geen brug. Wel een veerpont, maar die wordt bemand door een weerwolf en dat vindt Pluk eng. Om de Heen en Weerwolf aan te roepen moet je drie keer fluiten. Pluk staat daar in het donker en is verschrikkelijk bang dat hij wordt opgegeten als hij zou fluiten. Maar zijn wens om zijn queeste te volbrengen is groter dan zijn angst voor de wolf en hij fluit!

heen en weerwolf drie keer fluiten

“Uit het boek…”

Er gebeurde een hele tijd niets. Pluk stond op het vlondertje met bibberende knieën en een kloppende keel. De mist was zo dicht, dat je maar een klein stukje grauw water zag, vlak bij de oever. Toen hoorde hij het geplons van riemen. Dapper bleef hij staan. En daar zag hij iets opdoemen. Vlakbij … Een boot. Een grote platte boot. En op die boot was een schimmige figuur die aan de riemen trok. De
veerman Het was een wolf. Een hele grote wolf met een zuidwester en een oliejas. Pluk zag z’n ruige bek, en bijna had hij zich omgedraaid om weg te hollen naar z’n wagentje, maar toen: begon de wolf te spreken en z’n stem was helemaal niet angstaanjagend. Wel heel schor en brommerig, maar zacht en een beetje verlegen.

“’t Was zeker een vergissing, he? Vroeg de wolf. ‘Je hebt per ongeluk gefloten zeker?’ ‘Nee,’ zei Pluk. Hij wees op het kleine houten bordje bij het vlondertje. ‘Er staat hier 3x fluiten. Dus ik heb driemaal gefloten. Ik wou naar de overkant.’ “’t Is niet waar,’ zei de wolf en schudde z’n ruige kop. ‘Je jokt.’ Pluk werd een beetje kribbig. ‘Ik jok niet,’ Zei hij. ‘Ik heb haast en ik moet naar de overkant´. Ik kan m’n
wagentje toch wel meenemenhè?’ Een wagentje,’ zei de wolf ongelovig. “’t Is niet waar … ik geloof het niet.’ .Jazeker,’ zei Pluk. ‘Ik haal m’n wagen even hier. Vaar asjeblieft niet weg.’ Pluk ging in z’n kraanwagentje zitten en reed voorzichtig het pontje op, dat met z’n platte kant tegen het vlondertje lag. ‘Zo,’ zei hij. ‘En nu maar varen.’ De wolf wou iets zeggen, maar hij kon niet.

Hij huilde. Dikke tranen liepen in grote stralen over z’n harige snoet. ‘Wat is er?’ vroeg Pluk. ‘Waarom huil je nou!’ ‘Het is … hoehoehoe … hihihi …’ snikte de wolf. ‘…het is in tien jaar..,’ ‘Wat? Wat zeg je toch allemaal?’ ‘Het is in tien jaar niet gebeurd!’ Wat is in tien jaar niet gebeurd?’ De wolf wreef de tranen uit z’n gezicht en snoof diep. ‘In tien jaar is er niemand op m’n pontje geweest,’ zei hij. ‘Tien jaar heb ik gewacht. En toch ben ik een goeie veerman. Af en toe breng ik dieren van de ene kant naar de andere. Een rattenfamilie. Laatst een veulentje dat z’n moeder kwijt was. Een enkele haas als het zo uitkomt. Maar mensen komen niet op m’n pont. En daarom huilde ik van blijdschap!’

Heen en Weerwolf en Pluk

Zielsgelukkig

De Heen en Weerwolf kan simpelweg niet geloven wat er gebeurt. Hij is helemaal in de war en huilt van blijdschap. Er is iemand die hem nodig heeft! Iemand die niet bang is voor hem en het ook nog eens aandurft om bij hem in het bootje te gaan zitten. De Wolf is hier zo zielsgelukkig mee, dat hij het liefst tien keer op en neer vaart met Pluk. Gratis en voor niets. Of Pluk maar ergens naar toe vaart waar hij maar heen wilt.

Pluk moet echt alleen naar de overkant en hij heeft ook nog eens haast. De wolf vindt het niet erg. Als een lieve, trouwe hond zal hij op Pluk blijven wachten, Pluk heeft immers gezegd dat hij morgen weer terug komt.

Metafoor

Met deze Heen en Weerwolf stond Annie M.G. Schmidt aan de wieg van een de meest prachtige en gelaagde personages uit de Nederlandse literatuur. In mijn optiek dan. Aan de buitenkant en als je de geruchten moet geloven is de wolf een enge, onbetrouwbare, ongrijpbare figuur. Een wezen dat je beter kunt vermijden. Mensen zijn als de dood voor hem. En toch, als je dichterbij komt en zijn vertrouwen wint, blijkt hij juist een diep emotioneel en gevoelig wezen te zijn, dat simpelweg verkeerd begrepen wordt. 

Angst voor afwijzing (RSD)

De symboliek achter het gedrag wat we zien bij de wolf is bijna niet uit te leggen als je zelf niet kampt met Anxiety, Neurodivergentie en/ of de angst voor afwijzing. Bij de Heen en Weerwolf zien we dat hij zo gewend is om afgewezen te worden, dat hij al niet meer uitgaat van iets anders dan afwijzing.

De extreemste vorm van Angst voor afwijzing noemen we Rejection Sensitive Dysphoria (RSD) en deze komt voornamelijk voor bij mensen met Autisme en ADHD. RSD is niet ‘een beetje bang om afgewezen te worden’. Het is de hartgrondige, fysiek aanvoelende Grote Angst voor afwijzing. Neurodivergente mensen passen niet in ‘het plaatje’ met hun ‘Stoornis’, hetgeen betekent dat ze hun hele leven al om welke reden en op welke manier dan ook (subtiel en minder subtiel) worden afgewezen, buitengesloten, weggepest, of gedemoniseerd. Afwijzing is voor ons (ik maak deel uit van deze groep, het is dus ook een persoonlijk verhaal) gemeengoed geworden. Zo normaal dat we er al bij voorbaat van uitgaan dat we weer zullen worden afgewezen. In welke vorm dan ook.

De vreugde van acceptatie

In het boek zien we iets heel bijzonders gebeuren als Pluk de volgende dag daadwerkelijk terugkomt bij het water. Daar ziet hij het al van verre: De wolf op zijn bootje, driftig roeiend naar Pluk toe. De wolf staat te springen en zwaait en is zo ontzettend blij. Dolgelukkig dat Pluk toch nog komt voor de terugtocht, heeft de wolf een grote verrassing voor Pluk georganiseerd. Hij heeft zijn hele veerpontje versierd met bloemen om de overtocht van Pluk nog mooier en fijner te maken.  Wat een prachtige symboliek laat Annie M.G. Schmidt hier zien! Want de twijfel en angst die de wolf altijd voelt, worden overspoeld door pure blijdschap over de bevestiging dat er dus wel iemand is die hem accepteert en waardeert voor wie hij is! En dat hij in die wetenschap veilig is. 

Het spanningsveld

Even later -als de Wolf Pluk overzet in zijn veerpontje- raakt de wolf  erg teleurgesteld als hij Pluk niet helemaal naar Duitsland mag varen. In zijn ongebreidelde enthousiasme heeft de Heen en Weerwolf niet alleen zijn bootje versierd voor Pluk, maar ook plannen bedacht om met Pluk helemaal naar Duitsland te varen. Maar Pluk heeft hier geen tijd voor! Hij moet immers de dieren redden en heeft haast! De Wolf gaat vervolgens mokken en weigert verder te varen. Pas als Pluk hem bevestiging geeft door te zeggen dat hij iedereen zal vertellen over de lieve wolf en zijn geweldige veerpontje, vaart de wolf weer verder.

Dit is geen manipulatie van de wolf, hoewel dit wel zo ervaren en geduid kan worden. Het is zijn diepgewortelde onzekerheid en de hartgrondige wens om zich geaccepteerd te voelen, zodat hij letterlijk deel kan uitmaken van de maatschappij.

Het spanningsveld wat we hier zien is dus zeer gelaagd: De Wolf is zijn hele leven al afgewezen door de hele wereld en is gaan geloven dat hij het niet waard is. Het lijkt een boze, angstaanjagende en gevaarlijke figuur. Als er dan toch iemand is die hem lijkt te waarderen voor wie hij is (een Heen en Weerwolf!), dan komt het beste in de Wolf naar boven. Deze persoon krijg dan de VIP-treatment en de wolf is bereid om alles voor diegene te doen. Maar de angst voor afwijzing en het diepe verlangen om erbij te blijven horen, gewaardeerd te zijn en zich veilig en erkent te voelen speelt de Wolf parten. Dit zie je duidelijk als hij gaat mokken en weigert verder te varen. Pas als hij wordt gerustgesteld door Pluk (de externe factor die de Wolf veiligheid en erkenning biedt), komt de Wolf weer in beweging.

Mijn eigen ervaring met RSD

Deze hele dynamiek raakt mij als Neurodivergent persoon met een extreme vorm van RSD enorm. Tot tranen toe. In vele situaties in mijn leven zie ik mijn gedrag in deze dynamiek weer terugkeren. En het gaat ook niet weg. Gelukkig ben ik steeds beter in staat om het monster in de bek te kijken.

Omdat ik de afgelopen weken juist extra pijnlijk met mijn neus op de RSD-feiten wordt gedrukt vanwege dating-perikelen, wilde ik ook graag weten wat nou de ins en outs zijn ervan. Het probleem is alleen dat ik zo verweven ben met mijn RSD dat ik niet weet waar het hier gaat om dat ik echt word afgewezen, waar ik een rot persoon ben, of waar ik reageer op mijn eigen Self Fulfilling Prophesy (waarbij je krijgt wat je denkt én verwacht) en de boel terroriseer met mijn eigen angstige gedrag… (Net als de mokkende Heen en Weerwolf die passief agressief met zijn hakjes in het zand gaat. Niet omdat het een rotbeest is, maar omdat hij bang is om WEER buiten de boot (pun intended) te vallen. Buiten die boot van acceptatie, erbij horen, van mensen die samen een gemeenschap vormen waar hij altijd buiten valt.)

Herkenning, erkenning

Ik weet zeker dat ik niet de enige ben met deze (onbewuste) herkenning van mezelf in dit personage. Wij zijn de Heen-en-Weerwolf in onze beleving: we voelen ons anders, met een angst dat anderen ons zien als ‘te veel’ of ‘vreemd’. Mensen die zich niet automatisch geliefd en geaccepteerd voelen, maar altijd nét even harder moeten werken om sociale interacties aan te gaan. En we hebben de deksel zo ontzettend vaak op onze neus gekregen, dat we voorzichtig zijn, behoedzaam en mensen niet snel dichtbij laten komen.

Diepste verlangen

De Heen-en-Weerwolf symboliseert ons verlangen naar erkenning en liefde. Niet op een oppervlakkige manier, maar op een diepe, allesdoordringende manier. Een wijze waarop we ons hele hart en ziel in elke interactie stoppen. Niet een beetje, maar alles of niets. En dit gaat diep en kenmerkt ons verlangen naar waardevolle verbinding met anderen. De wolf versierde zijn bootje niet alleen met bloemen, omdat het er leuk uitzag. Het symboliseerde zijn hoop en diepste wens om te laten zien dat hij geen angstaanjagend monster is, maar een liefdevol dier die kwetsbaar, zachtaardig en behulpzaam is. Zijn bloemen waren een symbool om Pluk te laten zien hoezeer hij hem waardeerde.

Het verhaal is nog niet klaar

Maar het verhaal is nog niet klaar. Want als de Heen en Weerwolf zich alleen maar blij en goed kan voelen als hij aandacht, erkenning en waardering krijgt van de buitenwereld, dan is hij bezig om zijn zelfbeeld af te laten hangen van de mening van anderen. Dit is ook weer zo’n spanningsveld. We willen er allemaal bij horen. Maar ten koste van wat? In hoeveel bochten moeten we bereid zijn om onszelf te maneuvreren voor liefde en erkenning?

Wie wijst wie nou eigenlijk af?

En daarnaast: wie zegt dat RSD niet eigenlijk de diepe, onbewuste afwijzing is van onszelf? Dat we ergens niet genoeg zelfliefde, zelfacceptatie en zelfwaardering hebben om de ups en downs van het leven en de reactie van de wereld op ons te navigeren? Wat als de oplossing zit in het omarmen van onszelf?

De lieve Heen en Weerwolf wacht misschien met verwachtingsvol kloppend hart op erkenning en waardering van de mensen die hem hopelijk gaan inzetten als Veerpont-wolf. Of hij blijft stilletjes wachten tot Pluk weer terugkomt, zodat hij weer voelt dat er ten minste iemand van hem houdt.

Ik zie en voel dat. En snap hierin ook mijn eigen uitdaging. Om niet te gaan zitten wachten op erkenning, waardering, acceptatie en liefde van buitenaf, maar te weten en te voelen dat ik al helemaal ok en heel ben in mezelf.

Geen monster

De wolf is geen monster. Hij is gewoon zichzelf. En ik ben ook geen monster. Ik ben ook gewoon mezelf. Net zoals wij allemaal gewoon onszelf mogen zijn en onszelf daarin mogen liefhebben voor wie we zijn. Daar hebben we geen externe partij voor nodig. Want we zijn al liefde. 😍

 

Dit is mijn eerste aanzet om RSD op de kaart te zetten. Het is een complex onderwerp waar nog nauwelijks onderzoek naar is gedaan. Maar ik ben ervan overtuigd dat RSD een van de meest beladen, verlammende en onbegrepen aspecten van neurodivergentie is.

Dus: dit was een eerste blog. Maar zeker niet de laatste 😊

Liefs, Tanja

p.s. Herken je jezelf in dit artikel en de metafoor van de Heen en Weerwolf? Laat dan een reactie achter hieronder. Ik vind het erg leuk om van je te horen! 

Tekeningen bij dit artikel zijn de originele tekeningen van Fiep Westendorp uit het boek ‘Pluk van de Petteflat’ van Annie M.G. Schmidt

Neurotype, Neurotypisch, Neurodivergent, Neurodivers: vier termen die door elkaar gegooid worden

Neurotype, Neurotypisch, Neurodivergent, Neurodivers: vier termen die door elkaar gegooid worden

pe, Neurotypisch, Neurodivergent, Neurodivers:

De vier begrippen die regelmatig door elkaar worden gegooid

Vaak (echt heel erg vaak) lees ik dat deze vier termen verkeerd worden gebruikt. Zelfs binnen onze eigen community (Autisme, ADHD, etc) zie ik dat Neurotype en Neurotypisch en Neurodivergent en Neurodiversiteit door elkaar worden gehaald. Dit wel een beetje een doorn in mijn Autistische oog. Te meer, omdat ik het belangrijk vind dat er letterlijk meer begrip komt voor de werking van ons brein, de verschillende manieren waarop informatie- en prikkelverwerking plaats vindt in ons brein en hoe we gebruik kunnen maken van onze verschillen.

Tijd -vond ik- om de begrippen eens helder uit te leggen, zodat altijd terug gegrepen kan worden op deze blog, zo nodig! 

1. Wat is een Neurotype?

Een Neurotype is simpelweg het type brein dat we als mens hebben. Eigenlijk net zoals we een bloedgroep hebben, hebben we ook een Neurotype. Het beschrijft de manier waarop ons brein informatie en prikkels verwerkt, denkt en functioneert.

Dat betekent dus simpelweg dat iedereen een eigen Neurotype heeft. Of je nu Autistisch bent, ADHD hebt, een ‘regulier’ functionerend brein hebt, hoogsensitief bent, of misschien last hebt van angst of trauma—het zijn allemaal variaties binnen het menselijk brein.

💡 Denk aan een neurotype als een ‘breinprofiel’. Net zoals er verschillende persoonlijkheden zijn, zijn er ook verschillende soorten breinen.

2. Wat betekent dan Neurotypisch?

En hier begint meestal meteen de verwarring! Neurotypisch betekent niet ons Neurotype….dus dat we ‘een bepaald soort brein’ hebben, zoals hierboven beschreven. Neurotypisch betekent dat je valt binnen de neurologische norm van de maatschappij.

Een Neurotypisch persoon heeft een brein dat overeenkomt met de cognitieve en sociale verwachtingen van de samenleving. Informatie (en prikkels) wordt op een manier verwerkt die als ‘standaard’ wordt gezien, waardoor er minder of geen aanpassingen gemaakt hoeven te worden, omdat de wereld voor hen is ingericht en uitgerust.

Voorbeeld: Iemand die geen moeite heeft met sociale signalen, flexibel kan omgaan met veranderingen, geen sensorische overprikkeling ervaart en zich makkelijk aan structuren en verwachtingen aanpast, wordt Neurotypisch genoemd.

💡 Neurotypisch betekent niet per definitie ‘vrij van mentale problemen’! Een Neurotypisch persoon kan bijvoorbeeld wél last hebben van angststoornissen, depressie of trauma. Maar dat maakt hen niet per definitie Neurodivergent.

3. En wat houdt Neurodivergent in?

Hier komt de tegenhanger van Neurotypisch: Neurodivergent. Dit betekent dat je een Neurotype hebt dat afwijkt van de neurologische norm. Je brein werkt op een fundamenteel andere manier dan de standaardverwachtingen van onze hedendaagse maatschappij.

Neurodivergent zijn omvat bijvoorbeeld:
✔ Autisme
✔ ADHD
✔ AuDHD (combinatie van autisme en ADHD)
✔ Hoogbegaafdheid
✔ Dyslexie en Dyscalculie
✔ Tourette
✔ Andere aangeboren neurologische verschillen

💡 Een Neurodivergent brein functioneert anders en verwerkt informatie en prikkels op een manier, die ervoor zorgt dat de omgeving soms overweldigend, verwarrend of beperkend kan zijn/ worden ervaren.

POV: Neurodivergent zijn is GEEN stoornis. Het is een variatie op hoe een brein functioneert, net zoals linkshandig zijn een variatie is. De maatschappij heeft echter systemen gebouwd die grotendeels alleen aansluiten bij Neurotypische mensen, waardoor Neurodivergente mensen vaak worstelen met ‘passen binnen het systeem’.

Mooi voorbeeld is dan bijvoorbeeld hoe het voor linkshandigen lastig is om een schaar te hanteren, omdat deze gemaakt zijn voor rechtshandigen. Zo is onze maatschappij (schoolsystemen, werk en werkplekken, etc) gebouwd voor de Neurotypische mens. 

4. Wat betekent Neurodivers? (En hoe verschilt het van Neurodivergent?)

Neurodiversiteit is het concept dat verschillende Neurotypes een natuurlijke en waardevolle variatie zijn binnen de mensheid.

In plaats van Neurodivergentie als een afwijking of een stoornis te zien, erkent Neurodiversiteit dat verschillende breinen bestaan en dat deze diversiteit juist waardevol is. Een mooie vergelijking in deze zin vind ik een belangrijke gebeurtenis die in 1973, mijn geboortejaar, plaats vond. Er kwam een nieuwe editie uit van het Pyschiatrisch Handboek (de DSM) waarin homoseksualiteit niet meer als ziekte/ stoornis (homofilie), maar als seksuele diversiteit gezien werd. Bizar idee, toch? Dat een normale diversiteit als homoseksualiteit toen als stoornis gezien werd? Hopelijk gaat dit ook gebeuren voor onze Neurotypes. Dat we erkennen dat we allemaal neurodivers zijn en onze diversiteiten gevierd mogen worden, in plaats van als stoornis worden omschreven in Psychiatrische Handboeken.

💡 Een Neurodiverse groep = een groep met verschillende Neurotypes.
Bijvoorbeeld, als je een groep hebt waarin zowel autistische, ADHD’ers als Neurotypische mensen zitten, dan is dat een Neurodiverse groep.

💡 Maar: Een individu kan niet ‘Neurodivers zijn’, een groep wel! Je bent Neurotypisch of Neurodivergent, maar niet Neurodivers. De term ‘Neurodivers’ verwijst namelijk naar de diversiteit tussen verschillende breinen.

 

Samenvattend betekenen deze vier termen:

 
Neurotype: Het soort brein dat je hebt (iedereen heeft een Neurotype).
Neurotypisch: Mensen wiens brein binnen de neurologische norm valt.
Neurodivergent: Mensen wiens brein afwijkt van de norm (zoals autisme, ADHD, dyslexie).
Neurodivers: Het concept dat verschillende Neurotypes bestaan en waardevol zijn.

Waarom is het belangrijk om dit te begrijpen?

Omdat deze termen vaak verkeerd worden gebruikt, wat kan leiden tot misverstanden. Veel mensen denken bijvoorbeeld dat ‘Neurotypisch’ betekent ‘geen mentale problemen hebben’ (wat niet klopt), of dat ‘Neurodivers’ betekent ‘een individu met een ander brein’ (terwijl het juist gaat over de diversiteit tussen verschillende neurotypes).

Door deze begrippen uit te leggen en helder te krijgen, kunnen we Neurodivergente mensen (zoals ikzelf) beter begrijpen, ondersteunen en erkennen als volwaardige, waardevolle individuen—zonder ‘ons’ te labelen als ‘afwijkend’ of ‘defect’.

Neurodivergentie is geen tekortkoming. Het is een andere manier van zijn. En dat mag gevierd worden.

Wil je meer lezen over neurodivergentie, ADHD, autisme en hoe ons brein werkt? Blijf dan hangen, want ik heb nog veel meer interessante blogs op de planning staan! 😍

Liefs, Tanja

p.s. Ik heb deze blog zelf geschreven, maar hulp gekregen van ChatGPT bij het goed omschrijven van deze termen. En de foto… ach… het Schaap doet ook gewoon z’n best moet je maar denken! 🙂

 

ADHD: Een Brein zonder Dimmer (Over Paralysis en Flow)

ADHD: Een Brein zonder Dimmer (Over Paralysis en Flow)

ADHD: Een Brein zonder Dimmer

(Over Paralysis en Flow)

De foto’s

Ik heb dit artikel al geschreven. Hij is af. Ik moest nu de foto voor de blog verzinnen en ik vind dit best een lastige. Om te delen bedoel ik. Want er over schrijven, de ADHD Paralysis is één, een foto erbij zoeken is dan weer een heel ander ding. Niet die leuke foto van de vrolijke Tannie voor een zelf-geschilderd kunstwerk. Nee da’s een makkie. Die is leuk. De leuke Tannie. Maar er is een keerzijde aan mij die ik niet deel. Omdat ik daar zelf niet mee geconfronteerd wil worden, maar die er wel is (geweest). De andere kant van mij. Anxiety, depressie, paralysis, burnout. Overleven in een wereld die niet voor mij gemaakt lijkt te zijn. Alleen mijn inner circle kent deze. En in 2024 maakte ik deze selfie (zwart wit) op de donkerste bodem van mijn zijn. Ik wist niet waarom, maar ik moest toen mijn intens gevoel van machteloosheid, moedeloosheid en teleurstelling in mezelf vast leggen. En nu deel ik die met de wereld. Fokking hell. Dus dat. Even als intro. En door naar 2025:

Productief in de Flow anno 2025

Rond acht uur ’s ochtends begin ik meestal met webdesignen, leren, ideeën bedenken en creëren. Deze week heb ik een flinke blog de deur uitgedaan, twee mock-landing pages ontworpen én ontwikkeld, en me tijdens het proces veel nieuwe webdesigntechnieken eigen gemaakt. Vandaag is alweer donderdag en gisteravond laat heb ik de eerste outlines gemaakt voor de derde landing page van deze week. Met deze productiviteit doe ik meer in drie dagen dan ik eerder deed in een jaar. Of zelfs in tien jaar.

Ik heb ADHD. Hoe kan ik zo productief zijn? Ineens?

Ik heb het eerder meegemaakt, die flow en hyperfocus. Er is op deze aarde niets dat meer belonend is dan dat. Better than sex, I swear! Hyperfocus en flow zijn voor een ADHD’er zo intens fantastisch, dat het bijna onmogelijk is om het in woorden te vangen. Alles valt op zijn plek; het voelt alsof je leeft in je ultieme potentie.

De Andere Kant: Mijn Lange ADHD Paralysis

Maar er is ook een keerzijde. Een hele donkere. En dat is paralysis. Volledig bevroren zijn in je doen en laten, gevangen in een onzichtbare muur die je niet kunt doorbreken. Het gaat gewoon niet. Niet vooruit, niet achteruit. Stilstand.

Ik zeg wel eens gekscherend: “Ik ben geboren zonder dimmer. Ik heb alleen een aan- en uitknopje.” Waar neurotypische mensen gewoon dóen, schakel ik als ADHD’er alleen tussen de uitersten van het spectrum. Alles of niets. Ik rook 40 sigaretten per dag, drink tien flessen wijn per week en eet een koe op… óf ik ben een geheelonthoudende, niet-rokende veganist (waarbij ik nadrukkelijk wil vermelden dat ik al 13 jaar geen dieren meer eet, omdat ik het moreel niet ok vind).

ADHD-Paralysis

Mijn vingers rusten op het toetsenbord, maar ik vind de woorden niet. Tranen prikken achter mijn ogen als ik terugdenk aan de eindeloze fases van inactiviteit, depressie, anxiety in mijn leven. Want ADHD-paralysis is niet zomaar even geen zin hebben. Het is geen uitstelgedrag of een ‘lui’ momentje. Het is alsof een gigantische zwaartekracht je op de bank duwt, volledig verlamd.

Verlamd op de bank, onder een deken, series bingen. En niet op de prettige manier waarbij je op een zondagmiddag lekker met een kop thee en je kat op schoot een paar afleveringen kijkt. Nee… ik bedoel dag in, dag uit, elke wakkere minuut gevangen in dat nietsdoen. Zelfs rechtop staan lijkt een onmogelijke opgave. Deze uitputtende, verlammende staat van zijn is geen onschuldige fase – het is slopend, geestelijk én lichamelijk.

Waarom Paralysis zo Lang Kan Aanhouden

ADHD’ers kunnen zich zo schuldig en minderwaardig voelen als ze niet van de bank kunnen komen. Maar deze ADHD-paralysis is geen karakterfout, of  kwestie van gebrek aan wilskracht. Het is een neurologisch fenomeen dat voortkomt uit een onbalans in het brein. De twee belangrijkste factoren zijn dopamine en norepinefrine, neurotransmitters die cruciaal zijn voor motivatie, focus en het vermogen om te handelen.

De neurologie erachter

Dopaminetekort

ADHD’ers hebben een lager basale dopamine-activiteit in de prefrontale cortex, het hersengebied aan de voorkant van ons brein, dat verantwoordelijk is voor plannen, beslissen en organiseren. Dit betekent dat taken die niet direct belonend zijn, simpelweg niet genoeg ‘brandstof’ geven om het brein te activeren. Zelfs de simpele gedachte om een taak te starten kan super overweldigend zijn, puur omdat de beloning nog niet ervaren wordt.

Overweldiging en Burnout

Het ontbreken van een ‘dimmer’ betekent dat ADHD’ers schakelen tussen aan en uit. Na een periode van hyperfocus (met intense dopaminepieken) kan het brein volledig uitgeput raken. Dit leidt tot een fase waarin paralysis als een natuurlijke reset fungeert. Een grote maar hierbij is dat het veel te lang kan aanhouden. Dit resulteert dan in een vicieuze cirkel van stress en extreme vermoeidheid.

Stress en Cortisol

Want ADHD-Paralysis wordt een langdurige en chronische kwestie door de aanhoudende stress die het genereert. Een ADHD-brein staat namelijk nooit UIT. Er is altijd dat sluimerende gevoel van iets willen doen, iets moeten doen. Omdat je weet dat je zoveel KAN. Inactiviteit is dan simpelweg het verdoen van je eigen talenten en capaciteiten. Maar…Wanneer je je bewust bent van alle dingen die je zou moeten doen, stijgen de cortisolniveaus in je lichaam. Dit beïnvloedt de executieve functies in de prefrontale cortex nog verder, waardoor zelfs de simpelste handeling onmogelijk lijkt.

De Impact van ADHD-Paralysis

Het actieve (zichzelf naar beneden pratende) brein van de ADHD’er zorgt er echter voor dat stresslevels en cortisol, maar blijven oplopen. Dit kan resulteren in burnout/ bijnieruitputting (de bijnieren produceren cortisol) en (extreme vormen van) chronische vermoeidheid. I’ve been there, got the T-shirt en hell is er vast niks bij.

De effecten van langdurige paralysis zijn zodoende diepgaand en kunnen leiden tot gevoelens van schuld, schaamte, depressie en een blijvend gevoel van totale machteloosheid. Het is een uitputtende staat waarin je vaak harder voor jezelf wordt, terwijl je eigenlijk begrip en zelfzorg nodig hebt.

Inzicht

ADHD is een spel van uitersten op elk denkbaar vlak. Maar door inzicht in de neurologische mechanismen te krijgen, kunnen we misschien meer begrip ontwikkelen voor onszelf en leren hoe we ons brein beter kunnen ondersteunen. Want we zijn niet lui…. Ons brein werkt simpelweg op een andere manier. En dat maakt ons uniek.

Mijn tips:

Ergens voelt het raar om tips te geven. Ik heb namelijk de hele cyclus van ADHD-verlamming helemaal doorgemaakt tot het absolute uiterste, waarbij ik mezelf zo over de afgrond heb gewerkt dat ik een chronische stress-immuniteits-stoornis er aan heb overgehouden. Praktisch gezien betekent dit voor mij dat ik heel veel dingen moet doen èn moet laten, om te kunnen functioneren. Ik zeg niet dat dit voor jou ook geldt: maar voor mij werkt het. Ik vermeld alleen de belangrijkste.

Junkfood

Dit is een zeer uitgebreide term die vatbaar is voor velerlei interpretaties. Wat is junkfood? Gefrituurd eten, een kroket uit de muur of een diepvriespizza? Of alles wat tot op zekere hoogte bewerkt is? Ik persoonlijk heb gemerkt dat ik het best functioneer op ‘whole foods’ die ik zelf klaar maak. Maar volg hierin vooral jouw eigen proces, ritme en gevoel en let goed op wat je lichaam je vertelt. Weet dat ADHD’ers extreem verslavingsgevoelig zijn. Dus zeker ook voor ‘slecht eten’. Ik in ieder geval wel. Zie ook hieronder.

Suiker/ koolhydraten

15 Jaar geleden kwam ik er al achter dat ik mijne extreme PMS wat in toom kon houden door in de week voor mijn menstruatie geen brood en suiker te eten. Het schommelen van mijn bloedsuiker maakt dat ik enorme stemmingswisselingen kreeg. Ik merkte later dat als ik helemaal geen suiker of koolhydraten (koolhydraten zitten o.a. in brood, pasta, rijst, aardappelen, maïs, snoep, chocola, koekjes en in zoet of gedroogd fruit) at, ik veel meer in balans ben en blijf. Ik krijg wel koolhydraten binnen, maar dan bijvoorbeeld via rauwe cacao, pinda’s, noten en wat niet zoet fruit, zoals tomaat, paprika, courgette en aubergine (in bijna alles zit wel wat koolhydraten, maar ik hou het onder de 50 gram per dag).

Belangrijk: Ik ben extreem suiker-verslaafd (brood, koekjes, pizza, chips, croissantjes, alles met chocola) en hiervan afkomen was moeilijker dan stoppen met roken of drinken!! Onderschat dit niet. Ik ga er nog een blog over schrijven!

Koffie en cola

En geloof me…. Voor een ADHD’er is dit echt EEN GROOT DING!!! Wij ADHD’ers houden hiervan, want het geeft een onmiddellijke Dopamine-boost. Maar misschien omdat ik ook Autisme heb en Anxiety, word ik er verschrikkelijk onrustig van. De langere termijn nadelen zijn groter dan de korte termijn voordelen voor mij. Heeeeeel af en toe drink ik een kop koffie of een colaatje en weet dan dat ik daar de rest van de dag last van heb. (Maar Oh zo lekkerrrrr!! Mjammie…)

Lichaamsbeweging en contact met de natuur

Wat ik wel doe is veel bewegen. Dansen, wandelen, zwemmen en soms een fitness workout. Maar tijdens mijn ADHD-paralysis/ burnout die vele jaren duurde, kon ik niet van de bank afkomen en bewoog ik niet. Het lukte niet. Ik had geen grammetje Dopamine of energie in mijn lijf meer over.

Hoe je vanuit zo’n situatie in beweging komt is door EXTREEM. KLEINE. STAPJES. VOORUIT te doen. Hele kleine babysteps. Echt… trust me. Geen grote dromen, geen grote plannen of doelen, nee gewoon kleine, schattige haalbare doeltjes om mee te starten. Naar de keuken en terug tien keer per dag. Op de bank wat armspieroefeningen doen. De tuin in, 5 minuten in de ochtendzon, rondje steeg naar de straat en weer terug. Dan 1000 stappen per dag en langzaam opbouwen. 1 Minuut bewegen op je favoriete nummer. Dat wordt na een paar weken misschien 5 minuten dansen. Heel klein beginnen is hier echt het dringende advies. Maar blijf consistent elke dag doen en opbouwen. Ik schreef er een blog over (hoe ik van deze ADHD-paralysis naar 4 miljoen stappen in een jaar ging).

Medicatie

Ik wil hier eerlijk over zijn, omdat ik weet dat medicatie een gevoelig onderwerp is. Ik heb jarenlang geprobeerd zonder medicatie te functioneren. En ja, ik heb het een en ander bereikt zonder. Maar mijn overactieve brein had uiteindelijk zoveel schade opgelopen door stress en anxiety, dat ik het niet meer alleen aankon.

Methylfenidaat (Ritalin) heeft voor mij het verschil gemaakt. Het brengt rust in mijn hoofd. Geen constante piekergedachten, geen onrust, maar eindelijk helderheid. Het helpt me om te focussen en projecten af te maken. Ook helpt het me om weer sociaal actief te zijn, vriendschappen te (durven) onderhouden en ik ben zelfs alweer een beetje aan het daten 😉)

Ik begrijp het als je huiverig bent voor medicatie – dat was ik ook. En misschien werkt het niet voor iedereen. Maar voor mij is het een tool waarmee ik eindelijk mezelf een beetje ‘normaal’ kan voelen. En dat is onbetaalbaar.

Moraal van het verhaal?

Deze tips werken voor mij. Misschien ook voor jou, misschien niet. Maar wat ik vooral wil meegeven, is dat we begrip mogen hebben voor onszelf. ADHD-paralysis is geen luiheid of zwakte. Het is een neurologisch fenomeen. En met de juiste aanpak, hoe klein ook, kunnen we langzaam uit die verlamming klimmen en gaan LEVEN in plaats van OVERLEVEN, want dat hebben we lang genoeg gedaan (en hebben we ook geperfectioneerd inmiddels).

En wat ik ook belangrijk vind om te zeggen dat ik met deze blog geen hoera-verhaal wil afsteken. Zo van: Doe effe wat ik doe en POEF-weg zijn al je zorgen. Want zo werkt het helaas niet. Was het maar zo’n feest. Maar het is te doen. Babysteps….Echt… ❤️

Deel jouw ervaringsverhaal met ADHD flow en paralysis-burnout alsjeblieft hieronder, mag ook anoniem (dan voel ik me ook niet zo alleen 😊 )….

Liefs, Tanja xxx

 

 

Autisme in een absurde wereld: Beperking of kracht?

Autisme in een absurde wereld: Beperking of kracht?

Autisme in een absurde wereld: Beperking of kracht?

Binnen de autisme-community woedt al jaren een intens debat: is autisme een beperking of niet? Als ik eerlijk ben, vind ik dit een ontzettend ingewikkelde vraag. Mijn gedachten hierover schieten alle kanten op en ik merk dat ik er niet één kant-en-klaar antwoord op heb. Misschien is dat ook precies waarom dit onderwerp zoveel discussie oproept.

Ben ik autist of heb ik autisme?

Laten we beginnen met iets eenvoudigs – of nou ja, eenvoudigs? Het gaat om de vraag: zeg je dat je autist bent, of dat je autisme hebt? Zelf zeg ik liever dat ik autisme heb. Dit is vooral omdat ik mezelf niet wil reduceren tot één eigenschap. Er is zoveel meer dat mij definieert dan alleen mijn autisme. Ik ben ook moeder, creatief, kleurrijk, nieuwsgierig, en ga zo maar door. Maar tegelijkertijd voelt autisme wel als een belangrijk deel van mijn bestaan, alsof het in elk vezeltje verweven zit.

Ik begrijp het ook heel goed als iemand zegt: “Ik ben autist.” Voor hen is dat juist een manier om hun neurodivergentie volledig te omarmen. Misschien zit het verschil wel in hoe we naar identiteit kijken. Ik zie ‘identiteit’ als iets groters dan autisme alleen. En eerlijk gezegd speelt bewustzijn (of gewoon mijn manier van tegen het Zijn aankijken) hier voor mij ook een rol. Als ik geloof dat ik in essentie bronenergie ben – iets oneindigs, iets dat alles omvat – dan is het logisch dat ik mezelf nooit volledig zou willen definiëren door één term (Of dat nou miijn gender, mijn cultuur, huidskleur of mijn neurotype is).

Is autisme een beperking?

En dan komt die andere lastige vraag: is autisme een beperking? Voor mij is het antwoord: ja, in deze maatschappij wel. Dat is niet omdat ik mezelf beperkt voel door hoe mijn brein werkt, maar omdat ik vind dat de wereld om me heen op zoveel manieren niet geschikt is voor mensen zoals ik. De maatschappij is luid, snel, overprikkelend, vol eindeloze eisen en verwachtingen en met een eindeloze stroom aan constante informatie. Het schoolsysteem verwacht dat je urenlang stilzit en luistert. Het werkleven draait om sociale flexibiliteit en productiviteit…. echt alles vraagt iets, vaak meer dan je kunt geven.

Ik denk wel eens: hoe zou mijn leven eruitzien in een andere tijd, in een andere wereld? Een wereld waarin de dagen simpeler waren, waarin we leefden in kleine gemeenschappen, in harmonie met de natuur. Misschien was mijn autisme daar geen beperking geweest, maar juist een kracht. Misschien waren er toen wel meer mensen zoals ik, en waren onze eigenschappen normaal in plaats van afwijkend. Het is een gedachte die me troost biedt, te meer omdat ik (net zoals zoveel autisten) ontzettend hou van de natuur en de kalmte die het brengt.

Een absurde wereld

Zodoende vraag ik me af of het niet gewoon onze moderne maatschappij is die het echte probleem is. Alles wat we nu als ‘normaal’ beschouwen, voelt voor mij vaak juist als volledig abnormaal. Ons voedsel is geen voedsel meer, maar vulsel. Ziekten worden niet genezen met gezond verstand, maar met medicatie die vaak meer kwaad dan goed doet. Het schoolsysteem is een fabriek, gericht op het produceren van brave, gehoorzame werknemers. Is het dan gek dat mensen zoals ik zich beperkt voelen in deze wereld?

Misschien is dan de echte vraag niet of ik een beperking heb, maar of de wereld om me heen beperkt is – beperkt in haar vermogen om ruimte te maken voor verschillen. En vooral zo ver af gegleden van de normale, natuurlijke wetmatigheden dat wat krom is nu recht wordt gepraat. Alsof de wereld van nu ‘normaal’ is…. Uuugghhh (Ja dat geluid maak ik echt 😉 )

Een wereld vol aanpassingen

Dus ja…. ik worstel met hoe wij als mensen leren omgaan met deze abnormale wereld. Neurotypische mensen lijken zich aan te passen aan alles. Maar is dat het? Of hebben zij net zo goed geleerd om mee te gaan in een absurde samenleving? Het voelt alsof het echte ‘normale’ al lang verloren is gegaan, vervangen door een soort aangeleerde overlevingsstrategie. En dan kom ik weer terug bij die vraag: Wat is normaal eigenlijk? Misschien zijn de mensen die we nu ‘neurotypisch’ noemen helemaal niet normaal, maar simpelweg de mensen die het beste kunnen meedraaien (hebben aangeleerd om…) in een systeem dat niet logisch is. Voor mij dan…volledig onlogisch.

De kracht van reflectie

Hoe meer ik hierover nadenk, hoe meer ik me realiseer dat het geen eenvoudige discussie is. Ja, ik heb beperkingen. Dat kan ik niet ontkennen. Maar zijn die beperkingen inherent aan mijn autisme, of komen ze voort uit de wereld waarin ik leef? Misschien is het beide. En misschien is het juist belangrijk om ruimte te maken voor al deze verschillende perspectieven.

Ik weet in ieder geval één ding zeker: ik wil niet dat mijn autisme wordt gereduceerd tot een beperking. Het is zoveel meer dan dat. Het is een andere manier van zijn, een andere manier van denken, voelen, waarnemen. En in een andere context – een andere tijd, een andere wereld – zou het misschien wel helemaal geen beperking zijn geweest.

De dialoog openhouden

Wat ik hoop, is dat we deze gesprekken blijven voeren. Dat we blijven nadenken, reflecteren, en elkaar blijven uitdagen om onze ideeën over autisme – en over de wereld – opnieuw te bekijken. Misschien ligt de waarheid niet in één antwoord, maar in de ruimte tussen alle perspectieven. Tot die tijd blijf ik zoeken, peinzen, en mijn gedachten delen – omdat ik geloof dat daar de echte kracht ligt: in het blijven stellen van vragen.

Vandaar dat ik jou ook van harte uitnodig om hieronder de dialoog aan te gaan. Wat vind jij? Is jouw autisme (of AuDHD) een beperking of kracht (of misschien wel beiden)? En waarom dan?

Liefs, Tanja ❤️